Dag 159 - 165

9 juni 2019 - Trinidad, Bolivia

Dag 159/ 165 (week 22)

Ady en ik waren al heel lang van plan om naar een bepaald museum te gaan, maar het kwam er steeds net niet van. Vandaag was eindelijk de dag maar helaas was het museum in onderhoud en konden we maar 2 zalen bekijken. Wel met gave tentoonstellingen over het licht. Daarna besloten we maar om naar andere musea te gaan. Zoals ik al eerder had vermeld zijn kaartjes voor nationale mensen 4 bolivianos, en para toeristen 20. Gelukkig heb ik nu een studentenpas en die liet ik zien. Ady deed al het praatwerk zodat ze mijn accent niet zouden horen, en zo kon ik als nationale bewoner naar binnen en heb ik toch weer wat geld bespaard 😊

Dit weekend ging ik weer een weekend weg. Dit keer naar Trinidad. Dit is de hoofdstad van de provincie Beni, dat aan de kant van Brazilië ligt. Er is hier vooral veel regenwoud, van de amazones. Ik had er al niet te veel van verwacht, maar toen we op het vliegveld aankwamen bleek het al helemaal primitief te zijn. Het was een veldje met een paar rondzwervende trappen die ze aan je vliegtuig vast konden maken zodat je uit kon stappen. In Trinidad rijdt iedereen op motors. Ook de taxi’s bestaan uit motors. Dan klimmen er mensen met hun grote koffers op een taxi en dat is dan veilig genoeg.

We sliepen bij een oom van Daniel. Die heeft een hotel, maar dat hotel was vrij vervallen. Gelukkig sliepen wij in de logeerkamer van de oma, die dan geen deur had die dicht kon maar verder was het wel prima. In de middag gingen we met de boot varen in de Amazones. We vertrokken vanuit een oud dorpje waar mensen nog net aan energie hadden. Normaal zouden dit soort dorpjes op toerisme leven maar ik heb verder geen toerist gezien, dus ik vraag me dan af waar het wel op leeft. Ik wilde graag roze dolfijnen zien, en gelukkig kwamen we die meteen tegen. We hadden een privé tour en dus konden we lekker de tijd nemen om de dieren op de foto te zetten. Ook hebben we heel veel vogels zien jagen, met de kop of poten naar beneden. Ook zagen we apen, schildpadden, vlinders, muggen en springende vissen. Helemaal leuk.

Op de terugweg zouden we eigenlijk met een taxi teruggaan. De meneer van de boot waar we op zaten had nog een veel beter idee, een motortaxi! Maar eigenlijk vond ik het minder onveilig aanvoelen als verwacht en we hebben het overleefd.

De volgende ochtend gingen we ontbijten in een markt. Omdat er hier geen toeristen waren werd ik wel de hele tijd aangestaard. Wel hebben we een lekker sapje gedronken een gefrituurd kaas gegeten. Daarna gingen we naar het grote plein van het dorpje, waar er wilde papagaaien in de bomen zaten. Dat had wel wat leuks. Verder is het dorpje echt heel arm, er zijn maar een paar wegen met asfalt en die zitten dan ook vol met gaten. ‘s Middags zijn we naar een meertje geweest met het zoontje van de oom. Daar hadden we gefrituurde vis gegeten, ze houden hier echt van frituur. Verder schijnen hier heel veel grote vissen te zijn, mensen van een of ander vis programma van national geographic zijn hier naartoe gekomen om grote vissen te vangen en er dan een stoer verhaal bij de vertellen. Volgens mij heet het programma monsters of the sea, maar ik weet het niet zeker.

‘s Avonds gingen we weer terug naar het “vliegveld”. Je wist niet zeker of je hier bij de goede gate was, want er was maar 1 scherm dat het deed en dat zond een of ander dinosaurus programma uit. De gate was een zaaltje met 2 deuren, dus je kon je eigenlijk ook amper vergissen. Ook kreeg er nog een vrouw een spastische aanval, maar de vliegveldmedewerkers hadden dat al vaker bij deze vrouw gezien en waren het dus wel gewend. Ze mocht niet meer mee in het vliegtuig.

Foto’s

2 Reacties

  1. Astrid:
    11 juni 2019
    Klinkt als het andere eind van de wereld. En liefst weinig bagage meenemen 😱
    X
  2. Suus:
    11 juni 2019
    omg roze dolfijnen en gefrituurde kaas, ik ben jaloers!